Afbeelding
Foto: Gerard Buhr

Vroegmiddeleeuws schatje

Nee, geen maagdekijn met een puntmuts รก la Jacoba van Beieren. Gewoon een piepklein zilveren muntje, waar een heel verhaal aan vast zit. Natuurlijk weer Mark met de metaaldetector door de bocht.

We hebben het hier over een 'sceatta' (spreek uit als SK...), in de oren van een numismaat een opwindende klank. Dit zilveren muntje dateert van de vroege middeleeuwen, zo rond het jaar 650. In die tijden waren de Romeinen inmiddels uit onze streken verdwenen en de economie zakte in elkaar met het verdwijnen van de Romeinse valuta. Men wilde voor de handel ander geld en dat kwam er in de vorm van de genoemde sceatta's, die ook in goud werden uitgebracht. De munt van Mark is de 3e in onze regio. Een eerste werd voor de oorlog gevonden op het strandje van oud-Naarden, de tweede kwam van de akkers tussen Naarden en Huizen en de derde vond Mark eveneens op een van die akkers. Pas met de komst van de metaaldetector rond 1965 werd duidelijk dat er behoorlijk wat sceatta's in omloop waren geweest. Het muntje is n.l. slechts 11,1 mm en weegt 1 gram. Werd dus in vroeger tijden altijd over het hoofd gezien. Dankzij de detectors konden geheel nieuwe handelswegen worden vastgesteld en ontstond er een helderder beeld van de economische activiteiten. In het kader van dit artikeltje over een kleine zilvervondst is de sceatta ook aardig. Taalkundig lijkt dit oude woord rechtstreeks te maken hebben met ons woord 'schat', een term die veel gehoord wordt in kringen van de metaaldetectoristen.