Meer zeggenschap en controle over Crailo
Vervolg van de voorpagina
De zeggenschap, of beter gezegd het gebrek daaraan, vormt vooralsnog het grootste struikelblok. Als de aankoop van Crailo straks doorgaat wordt het bedrag voor de aankoop en de ontwikkeling voor 55 procent opgehoest door de gemeente Hilversum, Gooise Meren betaalt 35 procent en Laren de resterende 10 procent. Die verhouding is gebaseerd op het aantal inwoners van de gemeenten. Als er winst of verlies wordt gerealiseerd aan het einde van de rit, dan is die winst (of het verlies) even groot voor iedere inwoner, of die nu in Hilversum woont of in Gooise Meren of in Laren.
Volgens dezelfde verdeelsleutel wordt nu nog de zeggenschap bepaald, althans voor de meeste zaken. Bellaart: "De grootste te nemen beslissingen, zoals bestemmingsplannen, gaan allemaal op basis van unanimiteit, laat daar geen twijfel over bestaan. Maar op andere punten geldt deze procentuele zeggenschap en worden besluiten genomen met een meerderheid van 65%. Het gaat weliswaar om kleinere zaken, maar niet minder belangrijke. Een voorbeeld: er komen straks bedrijven op Crailo. Dan willen we niet dat Hilversum bepaalt welk bedrijf gevestigd wordt aan de rand van Bussum. Hilversum wil bijvoorbeeld graag een bedrijf als Hunkemöller verplaatsen naar Crailo vanwege de verkeersoverlast. Dat valt goed te begrijpen. Maar door de ligging van Crailo zijn de gevolgen van dergelijke besluiten voor Bussum. En net zoals bij de Hilversumse Meent zijn de toekomstige bewoners straks op de voorzieningen van Gooise Meren aangewezen, ook voor het verkeer. Daarom wil Gooise Meren bij besluiten over de inrichting van Crailo een grotere stem. Nu heeft Hilversum daar de grootste stem en zou samen met Laren kunnen bepalen wat er gebeurt, zonder dat Gooise Meren er iets over te zeggen heeft. En andersom moet Gooise Meren altijd Hilversum aan haar zijde krijgen om iets voor elkaar te krijgen. Dat willen we niet."
Meer zeggenschap
De gemeenteraad van Gooise Meren ziet liever dat de zeggenschap anders verdeeld wordt. In verband met de ligging en de gevolgen voor de bewoners van Bussum is een grotere stem gerechtvaardigd. "Je zou kunnen denken aan een stemverhouding van 49% Hilversum, 41% Gooise Meren en 10% Laren. Dan heeft Gooise Meren al meer zeggenschap over wat er gaat gebeuren en kunnen we druk houden op de belangen van onze bewoners. Dat lijkt ons niet meer dan logisch", vertelt Bellaart. De raadsleden hechten zo veel waarde aan de zeggenschap dat ze zelfs bereid zijn om meer zeggenschap te 'kopen'. "Nogmaals: het gaat tenslotte om een gebied dat tegen Bussum aan ligt, wij gaan er het meest van merken. Maar bij die bereidheid willen we dan wel waarborgen dat de risico's in de hand gehouden kunnen worden."
Met een akkoord voor de aankoop van Crailo en alle bouwplannen wordt ook besloten over de besturing van het ontwikkelingsproject. Maar hoe? Gebeurt dat met een gemeenschappelijke regeling of wordt er een bv opgericht? De Stuurgroep Crailo (de drie betrokken wethouders) opteert voor een bv, de gemeenteraad van Gooise Meren voor een gemeenschappelijke regeling. "Zonder al te veel op de juridische details in te gaan hebben we met zo'n regeling als gemeenteraad meer grip op wat er gebeurt. In zo'n regeling zorgt de wethouder voor de uitvoering en de gemeenteraad controleert dat. Met een bv komt de wethouder in de controlerende rol, in de plaats van de gemeenteraad. De gemeenteraad zit op afstand. Nu lijkt de raad van Gooise Meren wel bereid om iets meer risico te nemen voor meer zeggenschap, maar dan wil de raad wel grip op de zaak houden."
Kortom: er moeten nog wat hordes genomen worden voordat alle lichten voor Crailo op groen kunnen gaan, in betrekkelijk weinig tijd. Bellaart: "Het zit ons wel in de weg dat het nu allemaal zo snel moet. En dat terwijl we praten over een project dat ons de komende twaalf jaar bezig zal houden. Als gemeenteraad vinden we dat we op een goede manier alle zaken moeten kunnen afwegen en niet over één nacht ijs moeten gaan. Maar we hebben goede hoop dat we er op tijd met z'n allen uit kunnen komen. Daar zullen we als raad vol voor gaan. Mocht het allemaal toch niet lukken, dan kunnen we misschien beter iets meer betaald hebben dan dat we besluiten nemen waar we achteraf spijt van krijgen, en waarvan de gevolgen groot kunnen zijn."