Alles is in huis voor de grote trip. Alleen zijn tas moet hij nog inpakken.
Alles is in huis voor de grote trip. Alleen zijn tas moet hij nog inpakken. Foto: Jessica de Jong

'Daar op de top ziet de wereld er anders uit, daar valt het kwartje'

NAARDEN - Al zijn bergbeklimspullen liggen uitgestald op de eettafel in zijn appartement aan de Burgemeester Jur. Visserlaan. Van enorme donzen wanten tot stevige skischoenen en van zakjes noten tot een slaapzak die tot min 38 graden gaat. Wilco Dekker, in het dagelijks leven werkzaam bij Ziggo, is klaar voor vertrek. Vrijdag verruilt hij Naarden voor expeditie Aconcagua, waarbij hij binnen drie weken de Argentijnse bergtop zal beklimmen met een hoogte van bijna 7000 meter.

door Jessica de Jong

De Naarder is altijd al avontuurlijk geweest. Van backpacken in Guatemala tot het werken voor Artsen zonder Grenzen in Congo en het mountainbiken door Nepal; hij hoopt de beklimming van de hoogste top van Zuid-Amerika daar aan toe te mogen voegen. Het afgelopen jaar bedwong hij al de Mont Blanc (4810 m., Frankrijk) en de Elbrus (5642 m., Rusland). "Ik ben altijd al sportief geweest. Vroeger veel voetbal en rugby en nu ik twee bergen heb beklommen, smaakt dat naar meer." Ervaring en voorbereiding zijn essentieel. "Dat bestaat uit een goede conditie, gericht op benen en corestabiliteit. En een goede uitrusting om de extreme kou te trotseren, waarbij windkracht 7 niet ongewoon is en de temperatuur tot -35 graden kan dalen. Ik weet hoe je op een gletsjer moet lopen, hoe je je in de sneeuw voortbeweegt en hoe je je tas moet inpakken."

In totaal gaan er 12 Nederlanders mee op de expeditie. Wilco heeft ze al een keer ontmoet. "We zullen samen met een hoofdgids en een expeditieleider de tocht afleggen. Als we in het basiskamp zijn zullen we alles zelf moeten dragen. Na het basiskamp gaan we eerst een flink eind omhoog, dan nemen we maar een kleine tas mee. Dat stijgen is vooral om je lichaam te laten wennen aan de grote hoogte. Later die dag dalen we weer af om de rest van de bagage op te halen." Wilco weegt zelf 76 kilo. Zijn tas weegt 25 kilo. "Potten, pannen, een tent: alles moet mee. Je mag ook niets achterlaten. Zelfs je ontlasting - dat bevriest direct - neem je mee."
"Eén op de 4 haalt de top. En 1 op de 1200 gaat dood. Als ik het niet haal, dan ligt dat aan de hoogteziekte of het weer. De valse Poolse route die wij klimmen is relatief ongevaarlijk. Het grootste gevaar schuilt in de gletsjerspleten. Als daar sneeuw over ligt, kun je zo 30 meter naar beneden vallen." Overigens gaat Wilco op pad zonder pikhouwelen of een klimgordel. Het is vooral lopen, niet zozeer klimmen. Wandelstokken heeft hij wel, voornamelijk om zijn evenwicht te bewaren." De Naarder kijkt erg uit naar zijn reis. "Het is daar echt schitterend. Je bent boven de wolken. Als je dan je tentje opendoet en naar buiten kijkt zie je overal sneeuw. Zodra de zon opgaat zie je een oranje gloed. De lucht is zo ontzettend helder, er zijn geen vervuilende gassen. Er is een schitterende sterrenhemel. Je ziet de wereld vanuit een heel ander perspectief. Het is afzien en je hebt heel veel tijd om na te denken. Hoe sta je in het leven, wat vind je belangrijk. Er is zo veel minder, maar zo veel meer te genieten." Hij vindt het fijn om de hectiek van Nederland achter zich te laten. Een andere kijk op de wereld te krijgen. Die ervaringen deelt hij ook graag. Wilco instrueert klimmers die beklimmingen ondernemen die hij al heeft gedaan. En tijdens deze expeditie zal hij het thuisfront namens alle expeditieleden op de hoogte houden met de satelliettelefoon.

Grootse uitdaging vindt hij het monotone. "Je moet ook accepteren dat je lichaam niet sneller kan. Ik weet dat we bij de Elburs naar de top gingen. We stegen van 3800 naar 5600 meter. Het duurde 12 uur om boven te komen en 6 uur om af te dalen. We hadden voor zo'n dag niet genoeg eten en drinken mee. We waren helemaal slap. Je loopt 's nachts, je ziet maar twee vierkante meter om je heen en geen diepte. Als het licht wordt zie je de top. Het lijkt zo dichtbij, maar dat vertekent. Het is drie keer hijgen voor je de volgende stap kunt zetten."
Daar ervoer hij ook zijn mentale kracht. "Bij iedere beklimming op uitzonderlijke hoogte ontstaat een gevecht met jezelf. De lucht wordt ijler en daarmee ook het tekort aan zuurstof en de energietoevoer naar je spieren. Je ademhalingsfrequentie neemt toe, je lichaam verzuurt, de opstekende hoofdpijn geeft een signaal dat je iets doet dat niet normaal is. Ik heb ook gedacht: dit is de laatste keer, ik ga terug. Maar dat verhaal kan ik niet aan mezelf verkopen. Je weet welke euforie je op de top te wachten staat. Daar op de top ziet de wereld er anders uit, daar valt het kwartje. Wat dat is, is voor iedereen anders, maar je komt er geestelijk rijker van terug."

Op de top van de Mont Blanc.