Volgens ecoloog Jan Oosterbaan wonen ringslangen niet in dicht beboste gebieden.
Volgens ecoloog Jan Oosterbaan wonen ringslangen niet in dicht beboste gebieden.

Volgens ecoloog zijn er geen ringslangen op het terrein

vervolg van de voorpagina.

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland concludeerde in januari dat de gemeente het onderzoek voorafgaand aan de kap 'volgens protocol' had uitgevoerd maar dat pas in het voorjaar, als ringslangen uit hun winterslaap ontwaken, met zekerheid vastgesteld kan worden of de dieren er zitten. De gemeente moest aanvullend onderzoek doen.

Dat er ringslangen zitten, daar twijfelen Wagenaar en andere dierenliefhebbers niet aan. Volgens slangenkenner Richard van der Staaij (43) zijn ze er, '100 % zeker'. De Almeerder handelt al jaren alle meldingen van de hulpdiensten uit de Gooi en Vechtstreek af waar reptielen bij zijn betrokken. Zijn woonkamer staat dan ook vol met terraria met opvangslangen en schorpioenen.

Van der Staaij haalde in oktober nog een jonge ringslang, die heel laat uit het ei was gekropen, van het bewuste landje en liet hem in Almere overwinteren, zegt hij. "Op het land achter het Vogelasiel laat ik regelmatig opgelapte slangen vrij. De waterkanten langs de vestinggracht zijn de ideale leefomgeving voor ze. Het is net zo gewoon dat daar slangen zwemmen als eendjes." Ze zijn wel lastig te spotten, zegt Van der Staaij. "Slangen zijn schuw. Je moet net op het juiste moment aanwezig zijn. En vervelde stukken huid blijven niet lang liggen. Die worden meteen opgegeten of gebruikt door andere dieren."

Volgens ecoloog Jan Oosterbaan zitten ze er echter niet. De gemeente schakelde zijn bedrijfje GroenTeam, dat adviseert over de aanwezigheid van beschermde dieren bij bouwprojecten, in voor onderzoek. In mei bezocht Oosterbaan het terrein drie keer en stelde vast dat de 1,3 hectare grond géén leefgebied is voor de ringslang. "Zo'n veldstudie gaat op basis van voorschriften van de RAVON, de ringslangen- en amfibieënvereniging", legt hij uit tijdens een interview met hem en wethouder Sanderse. "Je kijkt in het late voorjaar als de dieren nog traag van de winterslaap uit hun holen komen om zich op te warmen in de zon. Als je ze op drie metingen niet ziet, is het officieel geen leefgebied voor ringslangen."

Dat hij in het gebiedje drie keer geen slang tegenkwam, verbaast Oosterbaan niet. Volgens hem is het terrein veel te dicht begroeid en dus te donker voor de ringslang. "Ringslangen zijn koudbloedige dieren die jagen op kikkers die ook koudbloedig zijn. Dat betekent dat beide dieren zon nodig hebben. En die is hier niet. We hebben in Gouda iets vergelijkbaars gezien: ook daar was te veel schaduw door steeds verder groeiende bomen en struiken, waardoor de populatie ringslangen verhuisde."

'Het terrein is te dicht begroeid en te donker voor de ringslang'

Oosterbaan komt nog met een interessante toevoeging. Het landje is misschien te donker voor de ringslang, het direct aangrenzende gebied, de waterkant van de Vestinggracht en de nabijgelegen Karnemelksloot, is wél ideaal leefgebied voor de slang. "Het kan best zijn dat ze aan die zonnige waterkanten waar veel kikkers zitten, wél zitten."

Wethouder Sanderse haakt daar handig op in. "We saneren het beboste terrein maar doen niets met de waterranden waar de ringslangen dan wel zitten. Om aan de protesten van de buurt tegemoet te komen, houden we ook twee natuurstroken aan de noord- en zuidzijde van het terrein. Daar blijven bomen staan zodat het vanaf het bruggetje groen zicht blijft. Ik denk dat de mensen het ergste vrezen met dit project, maar volgens mij valt het wel mee. We laten de slangenhabitat heel en er blijven natuurstroken."

Rechts het te kappen bosje, links de Vestinggracht.