De constructies voor de stoomtram maatschappij van Kediri en Melang.
De constructies voor de stoomtram maatschappij van Kediri en Melang. Foto: Historische Kring

Carel van Kesteren, idealist in Nederlands Indië

Historie

BUSSUM - In april 1906 betrok de 68-jarige Carel Eliza van Kesteren zijn nieuwe Villa Toenggoe aan Prins Hendriklaan 6, tegenover het NS station Naarden-Bussum (inmiddels gesloopt.) Toenggoe – tunggu betekent “wacht even !”, maar Carel was niet te stuiten. Hij was nog volop actief in zijn kantoor op Rokin 60 in Amsterdam. 

door Gerard Hogendijk

Carel, geboren in 1837, was de zoon van een predikant in Neede. In korte tijd behaalde hij drie middelbare onderwijsakten. In 1861 vertrok hij naar Java. Hij trad in dienst als leraar en opvoeder, oftewel gouverneur, van de kinderen van sultan Pangeran Tjondro Negoro, regent van Demak en Jeparra. De oudste zoon van de sultan volgde zijn vader op als regent van Demrak, de tweede zoon werd regent van Japara. Hij was de vader van raden Adjeng Kartine, die streed voor de opheffing van de oneerlijke positie van vrouwen in het polygame familiesysteem. De derde zoon, Soerio Tjondro Negoro, werd regent van Koedoes en hielp de Nederlandse geograaf en etnoloog Pieter Johannes Veth aan gegevens voor zijn standaardwerk over Java. Carel van Kesteren gaf aan de kinderen van de aristocratie westers onderwijs om zo tot gelijkwaardiger verhoudingen te komen tussen de koloniale macht en de Javaanse elite.

Begin 1864 vroeg Van Kesteren aan de regering toestemming voor het oprichten van een instituut of gymnasium voor de zonen van inlandse vorsten of groten. Als voorzitter van de Semarangse vrijmetselaarsloge realiseerde Carel in 1876 de oprichting van de HBS in Semarang. In 1877 richtte hij er ook een fröbelschool op.

De Locomotief

Na zijn gouverneurschap ontwikkelde Van Kesteren zich tot hoofdredacteur en eigenaar van het weekblad De Locomotief in Semarang. Hij maakte zijn weekblad tot het grootste dagblad van Indië. Hij liet zich leiden door het emancipatiestreven van Eduard Douwes Dekker, de schrijver van de Max Havelaar uit 1860. In 1864 formuleerde Carel zijn progressieve visie die blijkt uit de volgende citaten: ‘De overgang van Cultuurstelsel naar Vrije Arbeid is noodzakelijk maar niet voldoende’; ‘Mensenliefde dient de essentie te zijn van de toekomstige koloniale politiek: het bezit van Indië legt heilige verplichtingen op, door humaniteit voorgeschreven’ en ‘Een volk doorloopt drie perioden: kindsheid, jongelingschap en mannelijke jaren. Voor het eerste geldt gebod, voor het tweede het voorbeeld en het derde zelfbestuur.’ Dit streven naar zelfbestuur kreeg opnieuw aandacht in zijn boek Ethische Politiek rond 1900. 

Na zestien jaar op Java benoemde Van Kesteren zijn mederedacteur J.W.T. Cohen Stuart tot zijn opvolger bij De Locomotief en stoomde hij zelf terug naar Amsterdam. Van daaruit volgde hij zijn krant en zag verslapping in beleid optreden. Van Kesteren had een heftig temperament. Hij was impulsief en autoritair. Hij stoomde terug naar Java. Daar ontsloeg hij in 1880 Cohen Stuart. Hij benoemde de auteur P.A. Daum als diens opvolger, maar die nam in 1883 zelf ontslag. De nieuwe hoofdredacteur, mr. Pieter Brooshooft, voldeed uitstekend. In zijn vrije tijd schreef Pieter een Memorie over den toestand in Indiëeen roep om emancipatie van de Indiërs, maar hij vond in Indië noch in Den Haag gehoor.

De Indische Gids

Terug in Nederland richtte Carel van Kesteren De Indische Gids op, een gezaghebbend maandblad dat van januari 1879 tot 1942 verscheen. Het was een maandblad met principes: bescherm de inlander tegen willekeur en uitbuiting, verbeter het onderwijs, bevorder individueel grondbezit, vermeerder irrigatiekanalen, spoorwegen en binnenwegen. 

Vastgelopen in de Haagse politiek richtte Van Kesteren zich op de ontsluiting van Oost-Java. In 1895 en 1896 was hij medeoprichter en directeur van de Kediri Stoomtram Maatschappij (123 km) en de Melang Stoomtram Maatschappij (75 km). De koloniale producten konden nu veilig met de tram langs heuvels en over ravijnen naar de havens. In 1911 ging Carel van Kesteren van Bussum terug naar Amsterdam, dichter bij zijn kantoor op het Rokin nr. 60. Hij overleed in april 1917, 79 jaar oud.

Bronnen: Bevolkingsregisters Stadsarchief Amsterdam en Archief Gooi en Vechtstreek en talrijke kranten uit de beschreven periode. 

Carel Eliza van Kesteren.
Afbeelding
Mevr. Raden Adjeng Kartine, nog altijd gewaardeerd in Indonesië als belangrijk emancipator van de vrouw.
Koninklijke kinderen.